Help de wilde vogels beschermen met de Tuinvogeltelling

 De tuinvogeltelling is een jaarlijks terugkerend evenement georganiseerd door de Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek Nederland. De tuinvogeltelling laat ons zien hoe vogels in de winter onze tuinen gebruiken, belangrijke informatie die bijdraagt aan het helpen en beschermen van de vogels.
                Nederland is kent een grote verscheidenheid aan soorten vogels. Door de tuinvogeltelling weten we dat de landelijke top 3 bestaat uit huismussen, koolmeesjes en pimpelmeesjes, waarvan de huismuis met 514993 waarnemingen met stip op één staat. Maar ook vind je in Nederland Turkse tortels, gaaien, kraaien en zelfs halsbandparkieten. Om te weten welke vogels in welke gebieden voorkomen en ze zo beter te kunnen beschermen, is de Tuinvogeltelling in het leven geroepen. De tuinvogeltelling vindt jaarlijks plaats sinds 2003 en is het grootste citizen science project van het land, wat inhoudt dat dit het grootste wetenschappelijke project waar burgers aan meedoen is.

Hoe doe je mee? Het is eenvoudig, leuk en kost slechts een halfuur van je tijd. Neem op vrijdag 28, zaterdag 29 of zondag 30 januari één keer een halfuur de tijd om de vogels in de tuin of op het balkon te observeren. Noteer vervolgens alle waarnemingen van de soorten die je ziet. Let op dat je de waarnemingen niet bij elkaar optelt, omdat je dan het risico loopt de vogels dubbel te tellen. Zie je dus bijvoorbeeld eerste drie pimpelmezen en dan vijf, geef dan alleen vijf pimpelmezen door. Tel ook alleen op een Nederlands adres met een geldige postcode en huisnummer, zodat het beeld zo goed mogelijk wordt. Zie je weinig vogels omdat het bijvoorbeeld slecht weer is? Ook dan is het belangrijk om dit door te geven, om dat ook een dergelijk beeld representatief is voor de telling.
                Nadat je een halfuur lang alle waarnemingen hebt genoteerd, kun deze eenvoudig doorgeven via mijntuinvogeltelling.nl, met het telformulier dat daar klaar staat. Doe dat uiterlijk voor maandagochtend 31 januari 12 uur.
                De resultaten worden verwerkt door de Vogelbescherming en Sovon en met andere onderzoeken gecombineerd om erachter te komen welke vogels in welke gebieden van Nederland voorkomen. Door deze informatie worden ontwikkelen van het tuingebruik van de vogels op dat moment duidelijk. Omdat de momentopname ieder jaar op vergelijkbare wijze wordt opgenomen, levert dat op lange termijn een goed beeld op van de ontwikkelingen en kan de Vogelbescherming bepalen hoe tuinvogels het beste geholpen kunnen worden, voor het behoud van de populatie en de verschillende soorten.

Wat zien we zoal in de resultaten? Door de Tuinvogeltelling komen interessante weetjes naar boven. De grote bonte specht, bijvoorbeeld, komt steeds meer voor in Nederland en wordt vooral in tuinen gespot tijdens strenge winters. Ieder jaar zijn dit er meer! Merels daarentegen zien we steeds minder, vermoedelijk door de klimaatverandering en een specifiek virus. Halsbandparkieten, die als eerste in 1960 als broedpaartje van ontsnapte vogels in Den Haag voorkwamen, hebben zich exponentieel vermenigvuldigd en staan nu in de top 25 van meest voorkomende vogels. In de Randstad staan zij vaak zelfs in de top 10!

Kijk op de site van de Vogelbescherming voor leuke extra’s, zoals de voedertafel-webcam, resultaten van tellingen in jouw buurt en meer weetjes over voorgaande tellingen. Zeker de moeite waard om even te kijken.

Wil je zorgen voor meer vogels in jouw tuin? Kijk dan in ons ‘tuin’- assortiment op de webshop voor het gehele aanbod vetbollen, pindaslingers en vogelpindakaas om onze gevederde vrienden de winter door te helpen.